De outback van Australië, wat is dat nu precies? Je hoort er zo veel verhalen over dat je er bijna bang van wordt. Het is het onbewoonde gedeelde van Australië. Het is het eigendom van de Aboriginals (de oorspronkelijke bevolking van Australië). In de outback kennen de mensen geen beschaving en gelden de eigen regels van de stammen en inwoners die daar leven. Als je er zonder benzine komt te staan kan het wel 3 dagen duren voordat er iemand voorbij komt en je komt helpen. Het is net als een woestijn en het kan er overdag vrij warm worden. Bereid je dus maar goed voor.
En wij gaan naar de outback met zijn drieën! En voorbereid hadden we ons. In Adelaide kwam ik erachter dat mijn stuurolie aan het lekken was. Gelukkig was het niet zeer veel en met om de 2 dagen bijvullen moet het gaan lukken met het beetje dat ik nog over heb in de fles. Ik wou me gaan inlezen in wat ik allemaal moet doen als mij auto pech heeft, maar ik heb immers een Ford falcon en had geen meer zin in Casino en uitgaan dat ik hier geen tijd voor had en dit niet nodig was. Om een beetje een goed beeld te krijgen van hoe de outback is, hebben we de film Wolfs Creek gekeken op de eerste avond in de outback. Ook iets wat niet aan te raden is. Wolfs Creek gaat over een gestoorde Australische gek die in een verlaten mijnstadje woont en backpackers vermoord en verkracht in de outback voor zijn plezier.
Maar al met al was de outback lang zo erg niet als dat er van tevoren verteld wordt. Er loopt één 1500 kilometer lange weg van Adelaide naar Alice springs en deze weg wordt gebruikt door vele Australische gepensioneerden met hun campers en de Roadtrains. Om de zoveel tijd is het dus tijd om weer zo’n camper of Roadtrain in te halen. Een Roadtrain is een vrachtwagen tot wel 4 trailers lang en maximaal 53 meter. Deze zijn echt prachtig en enorm. Het inhalen van zo’n roadtrain is soms gevaarlijk aangezien de chauffeurs zich niet geheel aan de rijtijdenwet houden. Dan slingeren ze voor je neus van links naar rechts en zie je telkens hoe de chauffeur hem weer net uit de berm weet te houden. Gemiddeld is er om de 100 kilometer een roadhouse wat betekent dat er een tankstation en een paar gebouwen staan. Hier kan je de nodige dingen kopen, water en benzine opvullen en even rusten als het nodig is. De outback heeft prachtig landschap waar we in het begin volop van genoten. Zandachtig van kleur met allemaal kleine boompjes. Maar ik moet zeggen, na 100 km wordt dit vrij saai. En dan hadden we er nog 1400 te gaan. De gratis campsites in de outback worden steeds goedkoper.
Er is eigenlijk niets meer dan alleen 1 picknicktafel. Water moet je zelf bij je hebben en pissen of poepen doe je met een 360 graden uitzicht op de lage boompjes en zandvlakte. Poepen hield ik zoveel mogelijk op tot we een normale wc vonden, maar 1 keer kon ik het niet houden en zocht ik een plekje net achter een heuvel. Vrij gênant maar het moest. Geleerd van Liu, die dit iedere dag zo doet. En wie staat er opeens 1 minuut later op de heuvel met zijn fotocamera en mij uit te lachen? Liu! Ik had nog gezegd dat hij weg moest wezen, maar hij kon het niet laten en heeft er 1 geschoten. Het enige nare aan de outback waren die miljoen vliegen die ze daar hebben. Deze worden wakker zodra de zon er is en gaan slapen bij zonsondergang. Een foto kon niet anders gemaakt worden dan met een net.
Uluru, Ayers Rock. Het wonder van de Aboriginals. Na 3 dagen 500 km per dag rijden en zandvlakte met lage boompjes lag opeens dit wonder voor ons neus. De Uluru is een grote zandstenen rotsformatie die uit de grond is komen opzetten. Volgens de Aboriginals is het een natuurwonder waar je van moet genieten en die je niet moet beklimmen. En natuurlijk hebben wij hem beklommen. Waarom hangt dat touw naar boven er anders. Dat was wel een hoogtepunt van de reis en prachtig uitzicht. Helaas vanwege de vele vliegen, zijn de foto niet helemaal denderend.
De outback bestaat uit een aantal asfaltwegen maar heel West Australië bestaat uit dirt Roads. Deze liggen midden in het gebied waar de Aboriginals leven en zijn slecht toegankelijk. Dit is waar de gevaren van de outback gebeuren waar we zo bang voor waren. Helaas konden wij deze wegen niet nemen vanwege het niet hebben van een 4×4. Maar er was licht in de duisternis. Van de Uluru naar de Kings Canyon loopt een 150 km lange dirtroad. We kunnen deze weg nemen of helemaal terug en omrijden. Een klein stukje dirtroad moet geen kwaad kunnen dachten we zo en we namen de gok. Helaas voor jullie ging er niets mis maar ik heb wel lopen zweten. Gaten in de weg, ingehaald door handgebarende Aboriginals en een wegafzetting vanwege roadwork midden in the middle of nowhere kwamen we 150 kom later aan op de gewone weg. Een leuke ervaring maar volgende keer ga ik toch maar met een 4 keer 4 en maak ik een plan om alle dirt roads van de outback verkennen. Misschien dat de verwachte resultaten dan wel waar worden.
Zonder problemen dankzij de goede Ford bereikten we na 6 dagen onze eindbestemming Alice springs. Hier gaat Liu ons verlaten voor een missie naar Fiji. Hij gaat de arme kinderen van de kerk helpen en wij zullen zonder deze vrolijke Chinees verder moeten. Hakan loopt ondertussen spookverhalen te vertellen dat we hem niet meer gaan zien. Mijn moeder wou mij niet een tweede keer uit gaan zwaaien op Schiphol voor mijn grote reis. En nu snap ik waarom. Afscheid doet pijn.