Het bekende programma op televisie waar alle horror verhalen vandaan komen. Border security control. Eindelijk had ik de kans om te kijken wat hiervan waar was. En het klopt. Australië heeft een sterk controle beleid. Er zijn geen 2 uitgangen waarbij je zelf mag kiezen of je de rode deur neemt waarbij je goederen hebt aan te geven of de groene deur neemt waarbij je niets hebt aan te geven ook al zit je tas vol met sloffen belastingvrije sigaretten. Aan de hand van je aankomstkaart die je zelf moet invullen bepalen zij welke route je moet lopen door het doolhof van de douane. Als je geluk hebt loop je de controle voorbij maar als ze je eruit kiezen moet je langs een soort van kassa waar je tas leeg moet. Uit angst voor problemen heb ik één keer ja ingevuld bij de vraag of ik medicijnen bij had die verboden konden zijn. Na een paar vragen hierover kwam ik weg met die route waarbij mijn tas niet gecontroleerd werd. Maar het is waar, er wordt 5 keer gevraagd of je eten bij je hebt en vooral om fruit wordt er gevraagd. Als je dan toch gecontroleerd wordt en je hebt fruit bij je, verdien je die boete!
In Bangkok had ik alles goed geregeld. Van mijn laatste Thaise geld had ik na de beveiligingscontrole wat eten en water gekocht. Genoeg voor de hele reis naar Sydney. Dit water dat gekocht is na de beveiliging kan gewoon mee op het vliegtuig. Ik had alleen geen rekening gehouden met mijn overstap op Kuala Lumpur. Nog een keer door de beveiliging. De jonge jongen achter de monitor herkende het water en vertelde me dat ik mijn twee flesjes water moest leeg drinken of weg gooien. Ik zou dit doen op een bankje na de beveiliging maar toen de beveiliger even niet keek en ik mijn eerste fles op had, ben ik stiekem de vertrekhal in gelopen. Goed gedaan! Maar voordat ik het vliegtuig in ging was er weer een controle aangezien ik een intercontinentale vlucht zou nemen. En daar ging mijn tweede flesje. Ik had alles goed geregeld!
Sydney, ik had de droom al in mijn hoofd. Ik zat voor het raam en als we aan zouden komen vliegen zou ik vanuit het vliegtuig het operahuis kunnen zien en daarnaast de harbourbridge. Het wereldbekende symbool van Sydney als opening van mijn Australië avontuur. Maar nee, ik zat aan de verkeerde kant van het vliegtuig bij het raam. Ik zag de stranden van het zuiden die natuurlijk niet zo indrukwekkend waren.
Sydney is duur. Een enkeltje van 15 minuten in de trein naar centraal station vanaf het vliegveld heeft mij 16 dollar gekost. Een hostelovernachting kost 30 Dollar. Een krat bier van 24 normale flesjes kost 50 dollar. Een brood in de supermarkt kost 3 dollar. Graag zou ik jullie de McDonalds vergelijkingsprijzen geven, maar nee, ik ben daar nog niet geweest voor de verandering.
De eerste dagen verbleef ik bij iemand die ik had ontmoet tijdens mijn weekend in Stockholm. Een zeer gastvrije vrouw die van wandelen houdt en zo heb ik Sydney de eerste twee dagen per voet verkend. Sydney is een mooie stad. Ruim opgezet met veel groen en parken in de stad. Er wonen vier miljoen mensen in de stad, echter de ruime opzet doet het lijken alsof er maar 100.00 wonen. En dit geeft je een heerlijk ontspannen gevoel. Het weer is er momenteel aangenaam. Rond de 25 graden met een verfrissende wind van de zee wat lekker koel is in vergelijking met de 34 graden benauwde Bangkok.
Momenteel verblijf ik in het goedkoopste hostel van de stad en ben ik een start aan het maken om een goede baan te vinden. Natuurlijk laat ik jullie weten wanneer het zo ver is.